Renaissance, literatuur geschiedenis

Renaissance, literatuur geschiedenis

Opdrachten Vondel

1. Noem ten minste twee redenen waarom Vondel al in zijn eigen tijd te boek stond als ‘de grootste schrijver’. 

• Hij trok zich er niets van aan wat anderen van hem vonden. Hij vond het veel belangrijker dat hij grootse en goede literatuur schreef. Door stukken te vertalen bereikte hij meer mensen omdat waarschijnlijk veel mensen alleen hun moedertaal spraken.
• Vondel had altijd een duidelijke mening die hij dan ook zeker wilde delen. Hij wist een goed stuk te schrijven waarin zijn mening goed verstopt zat in een allegorisch verhaal. Een verhaal met een tweede betekenislaag, de metaforen en personages staan voor mensen en gebeurtenissen uit de werkelijkheid.

2. Leg uit hoe het kon dat een beroemd auteur als Vondel geldproblemen had, terwijl hedendaagse beroemde auteurs gemakkelijk van hun pen kunnen leven.

Het lukte Vondel niet omdat zijn scherpe pen gewantrouwd werd. Hij gaf duidelijk zijn mening over bijvoorbeeld politiek en godsdienst. Dit werd niet door iedereen gewaardeerd en geloofd.

3. Zoek zelf achtergrondinformatie bij het gedicht Het stockske.

1. Welke gebeurtenis wordt hier door Vondel beschreven?
   Vondel kwam op voor Johan van Oldenbarneveld die was onthoofd in Den Haag wegens landverraad.
2. In het gedicht wordt het stokje aangesproken alsof het een persoon is: waarom gebruikt Vondel deze techniek?
   Vondel wilde opschudding over het stuk voorkomen. Deze techniek was een voorzorgsmaatregel. Het was een techniek die hij vaker gebruikte, de boodschap/mening goed verstoppen in een allegorisch verhaal.
3. Welke boodschap wilde hij met het gedicht geven?
   Vondel kwam op voor Johan van Oldenbarneveld die was onthoofd. De stok waar Oldenbarneveld altijd op steunde moest volgens Vondel onaangetast blijven bestaan.
4. Kun je het stokje tegenwoordig nog ergens bekijken?
   Ja, je kunt het stokje zien in het Rijksmuseum in Amsterdam.

Opdrachten P.C. Hooft

1. Wat waren de belangrijkste ideeën die Hooft met zijn werk wilde uitdragen? Noem er drie. 

• Leidinggevenden moeten het landsbelang boven eigenbelang stellen en hun ondergeschikten goed behandelen.
• Een van de belangrijkste ideeën die Hooft met zijn werk wilde uitdragen waren humanistische ideeën.
• Hooft gebruikte zijn werk ook om zijn staatkundige ideeën wereldkundig te maken.

2. Lees het Deuntje, op deze pagina, dat begint met ‘Als Jan Sijbrecht zou belezen’.

a. Omschrijf kort (in maximaal 100 woorden) de rol van Jan en de rol van Sijbrech in dit lied.

In het Deuntje hebben Jan en Sijbrecht een relatie. Maar het loopt niet helemaal lekker meer tussen die twee waardoor Jan erover nadenkt om weg te gaan bij Sijbrecht. Ze schreeuwen hierover tegen elkaar omdat zij het moeilijk vinden om elkaar los te laten omdat zij elkaars eerste echte liefdes zijn.

 b. Leg uit wat Jan en Sijbrecht bedoelen met de refreinregel ‘Reine liefd’ kan niet vergaan’.

‘Reine liefd’ betekend echte liefde. Dus zij bedoelen met ‘Reine liefd kan niet vergaan.’ Echte liefde kan niet vergaan.

3. Ga naar http://home.hetnet.nl/~corpetrus/dichters/FrancescoPetrarca.htm en lees sonnet 134 en sonnet 292.

1. Vergelijk deze sonnetten met ‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief’ van P.C. Hooft, dat in het Terzijde bij deze pagina (Hooft op vrijersvoeten) is opgenomen). Zie je overeenkomsten of verschillen?

Er zijn volgens mij vooral overeenkomsten. Beide stukken gaan over iemand die is betoverd door zijn of haar liefde.

1. Voldoen de sonnetten aan de algemene regels die op de literatuurgeschiedenispagina ‘Revolutie in de Nederlandse literatuur’ gegeven worden? Geef argumenten voor je antwoord.

Nee, de sonnetten voldoen niet aan de algemene regels die op de literatuurgeschiedenispagina ‘Revolutie in de Nederlandse literatuur’ gegeven worden. Beide sonnetten hebben wel 14 regels alleen na de 8^e regel zie ik geen wending in de inhoud.

Opdrachten Constantijn Huygens

1.           Onderzoek via allerlei naslagwerken, maar zeker ook via internet, het komische toneel van de zeventiende eeuw. Geef de namen van auteurs, stukken, uitgevers  en verschijningsdatum.
Vermeld je zoekstrategie. Zorg voor een lijst van minimaal tien stukken.
Het doel is een uitputtende opsomming van alle stukken die bij het komisch toneel horen.
Omschrijf daarbij wat jij tijdens jouw onderzoek onder komisch toneel hebt verstaan.

 

 Klucht van de koe, (1612) van Brederode                            B.V.W.J. Thieme & Cie

Klucht van de molenaar, (1613) van Brederode                               Meulenhof Educatief

Trijntje Cornelis, (1657) Constantijn Huygens

De kwakzalver, (1692) Thomas Asselijn

De klucht van Oene, (1670) Jan Vos

Spaanschen Brabander, (1617) van Brederode

Symen sonder soeticheydt, (1619) van Brederode

De Hoochduytschen Quacksalver, (1619)

Warenar, (1617) P.C. Hooft

The knight of the burning pestle, (1607) Francis Beaumont

Ik versta onder komisch toneel, toneel dat als doel heeft het publiek te vermaken maar ondertussen het publiek ook een spiegel voor te houden.

2. Leg uit wat een puntdicht/epigram is en geef twee voorbeelden uit het werk van Huygens.

Een epigram is een kort en bondig (2 tot 8 regels) gedicht gebaseerd op een woordspeling of een onverwachte wending van het plot. Voorbeelden van Huyens:

Al tegen stroom
Je vraagt waarom ik toch zo heel veel heb geschreven,
Terwijl ik me ook voor and're zaken inspan?
Maar wil men niet altijd wat eigenlijk niet kan?
Meer tijd had mij veel minder gedichten gegeven.

14. Feb. 1656

Bedelaar
Goede handen op straat en goede tongen in de kerk
ontnemen me de lust om me in het zweet te werken.
En waarom zou ik ook? Wat voor belang heb ik bij gezwoeg als ik overal kom
waar goede mensen vurig voor me bidden of flink voor me werken?

17. Sept. 1656

3. Schrijf zelf twee originele puntdichten

Rik is slim, hij wordt directeur.
Nick is slim, hij wordt chirurg.
Hans is slim, hij stopt met school.

Het is misschien gek,
maar ik houd van huiswerk.
Het is een wel raar,
maar leren vind ik leuk.
Het is een beetje apart,
school is stom.

Waarom worden volgens jou Vondel, Huygens en Hooft nog steeds interessant gevonden binnen de Nederlandse literatuur?

Waarom worden Vondel, Huygens en Hooft nog steeds interessant gevonden binnen de Nederlandse literatuur? Ik vind het een goede vraag, een lastige vraag om te beantwoorden. Zelf houd ik niet zo van literatuur en ben ik echt een leek op dit gebied.
Ik denk dat Vondel, Huygens en Hoofd nog steeds interessant zijn omdat zij anders waren. Het waren voor in die tijd mannen die zich vrij weinig aantrokken van wat anderen van hun dachten. Ondanks veel kritiek, of weinig ‘fans’ zijn Vondel, Huygens en Hooft toch bekende namen geworden. Ieder had zijn eigen, soms wat tegenstrijdige, ideeën. Ze kwamen op voor hun eigen idealen en gingen dus niet altijd mee met de menigte. Zij trokken hun eigen plan. Ik denk dat veel mensen het waarderen en interessant vinden dat ondanks alle kritiek deze drie toch hun eigen mening en ideeën durfden te tonen. 





Constantijn Huygens



P.C. Hooft

Vondel